Rekenkamer deelt voorlopige inzichten met Kamer en ministerie SZW
De Algemene Rekenkamer heeft een tussenrapportage gepubliceerd van haar lopende onderzoek naar fouten binnen de uitvoering van de WIA-regeling door het UWV. Dit onderzoek, opgestart op verzoek van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), laat in deze tussenfase al serieuze tekortkomingen zien. De definitieve rapportage wordt pas na de zomer van 2025 verwacht, maar de huidige bevindingen roepen nu al zorgen op.
Zo werkt de WIA-beoordeling
Het proces van een WIA-aanvraag bij het UWV wordt uitgevoerd door de divisie Sociaal Medische Zaken (SMZ) en bestaat uit drie essentiële onderdelen:
-
Medische beoordeling – Een verzekeringsarts bepaalt of iemand nog arbeidsgeschikt is, en in welke mate. Deze beoordeling bepaalt of de aanvrager in aanmerking komt voor een WGA- of IVA-uitkering.
-
Bepaling van maatmanloon en resterende verdiencapaciteit – Een arbeidsdeskundige analyseert het verschil tussen het normale loon van de aanvrager en het loon dat hij of zij nog kan verdienen, waarmee het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld.
-
Berekening van het dagloon – De procesbegeleider berekent het inkomen vóór de arbeidsongeschiktheid. Dit vormt de basis voor de hoogte van de uitkering.
Op elk van deze punten kunnen fouten optreden, die directe financiële gevolgen hebben voor de aanvragers.
Omvang van de fouten en de gevolgen
Tussen 2020 en 2024 werden circa 250.000 nieuwe WIA-uitkeringen toegekend. Het UWV schat dat bij zo’n 13% van deze gevallen een fout is gemaakt bij de dagloonberekening. Dit kan betekenen dat tussen de 16.000 en 20.000 mensen te weinig uitkering hebben ontvangen.
De gemiddelde gemiste uitbetaling ligt op € 2.745 bruto per persoon. De totale verwachte nabetaling komt uit op ongeveer € 53 miljoen. Dit bedrag staat los van de € 58 miljoen die nodig is om de correcties uit te voeren.
Oorzaken: een combinatie van factoren
De fouten zijn niet het gevolg van één duidelijke tekortkoming, maar het resultaat van meerdere samenkomende problemen:
-
Druk op snelheid en klanttevredenheid – Lange wachttijden zorgden ervoor dat de nadruk kwam te liggen op snelle afhandeling, ten koste van nauwkeurigheid.
-
Minder toezicht tijdens corona – Door personeelskrapte en thuiswerken werden kwaliteitscontroles beperkt en minder effectief uitgevoerd.
-
Slechte opvolging van signalen – Interne bevindingen werden onvoldoende gedeeld of opgevolgd.
-
Verlies aan kennis en overleg – Personeelsverloop en minder contactmomenten door thuiswerken verhoogden het risico op fouten.
-
Verouderde IT-systemen – Het handmatig overzetten van gegevens tussen systemen leidde tot vergissingen.
-
Wisselende en ingewikkelde wetgeving – De complexiteit van de regels, waaronder wijzigingen in het dagloonbesluit, zorgde voor interpretatieproblemen.
Signalen bleven onder de radar
Hoewel er binnen het UWV signalen waren over fouten, drongen deze zelden door tot de top van de organisatie. De raad van bestuur ontving weinig concrete informatie over de foutmarges en baseerde zich vooral op het hoge rechtmatigheidscijfer, dat echter geen rekening houdt met medische beoordelingsfouten.
Ook extern bleven meldingen uit, deels omdat cliënten de ingewikkelde berekeningen vaak niet kunnen controleren. Hierdoor ontving bijvoorbeeld ook de Nationale ombudsman nauwelijks klachten over dit onderwerp.
Welke stappen zijn gezet?
Het UWV heeft inmiddels diverse maatregelen genomen om de kwaliteit van het beoordelingsproces te verbeteren:
-
Nieuwe kwaliteitstoetsen, zoals de ‘meting operationele kwaliteit’
-
Aangescherpte interne controleprocessen
-
Verbeteringen in de IT-ondersteuning van het WIA-proces
-
Invoering van ‘duale sturing’, waarbij zowel bedrijfsvoering als vakinhoudelijke expertise wordt aangestuurd
Toch zijn deze maatregelen niet voldoende om alle knelpunten op te lossen. Een deel van de oorzaken ligt buiten het bereik van het UWV, zoals complexe wetgeving en fouten in aangeleverde loongegevens. Bovendien blijft thuiswerken de norm voor veel medewerkers, wat effect heeft op samenwerking en kennisoverdracht.
Wat kunnen we nog verwachten?
Het eindoordeel van de Algemene Rekenkamer wordt in de tweede helft van 2025 gepubliceerd. De focus zal daarbij onder meer liggen op de verantwoordelijkheid van de minister van SZW als toezichthouder. Met het uiteindelijke rapport wil de Rekenkamer bijdragen aan structurele verbeteringen binnen het systeem en het herstel van vertrouwen in de uitvoering van de WIA.