Kunstmatige intelligentie en werk: zo zorg je voor blijvende inzetbaarheid

mei 26, 2025 | Nieuws

De opkomst van AI raakt iedereen

De komst van kunstmatige intelligentie (AI) verandert ons werk razendsnel. Taken verschuiven, processen worden efficiënter en sommige beroepen verdwijnen zelfs. Tegelijk ontstaan er nieuwe functies waarvoor andere vaardigheden nodig zijn. Die dynamiek vraagt om actie, vooral op het gebied van blijvende inzetbaarheid – schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER).

Technologie én mens centraal

Volgens de SER moeten overheid en werkgevers AI niet alleen omarmen als technologische innovatie, maar vooral ook als maatschappelijke uitdaging. In het advies ‘AI en werk – Samen naar een werkende toekomst met AI’ stelt de raad vier duidelijke prioriteiten. Eén daarvan is dat menselijk werk centraal moet blijven staan – mét oog voor ontwikkeling, zeggenschap en eerlijke kansen. Alleen dan kunnen werknemers hun inzetbaarheid behouden en versterken, ook als functies veranderen.

Investeren in leren en ontwikkelen

Een belangrijk deel van duurzame inzetbaarheid zit in scholing en ontwikkeling. De SER adviseert werkgevers om werknemers actief te ondersteunen bij het verwerven van digitale vaardigheden. Dat geldt voor alle opleidingsniveaus. Ook pleit de raad voor toegankelijke leertrajecten en structurele samenwerking tussen overheid, onderwijsinstellingen en bedrijven. Leven lang leren wordt daarmee niet alleen een individueel voorrecht, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Voorkom uitsluiting op de arbeidsmarkt

AI heeft niet voor iedereen dezelfde gevolgen. In sectoren met veel routinematig werk – zoals administratie of productie – zijn functies kwetsbaar. Wie geen toegang heeft tot scholing, loopt extra risico op uitsluiting. Juist daarom is inzetbaarheid méér dan alleen een HR-thema: het is een sociaal vraagstuk dat vraagt om sturing en solidariteit. De overheid moet hierop regie nemen, stelt de SER, bijvoorbeeld via aangepaste wet- en regelgeving of gerichte ondersteuning van sectoren in transitie.

Ook het mkb moet mee kunnen doen

In de praktijk blijkt dat vooral grotere organisaties werk maken van AI. Kleine bedrijven hebben daar vaak de middelen of kennis niet voor. Ook daar is inzetbaarheid een uitdaging. Daarom pleit de SER voor praktische ondersteuning, bijvoorbeeld via regionale kennisnetwerken of toegankelijke subsidies. Zo krijgt ook het mkb de kans om AI in te zetten op een manier die werk verrijkt – en niet verdringt.

Conclusie: inzetbaarheid is een gedeelde opdracht

AI verandert de wereld van werk onvermijdelijk. De vraag is: doen we dat op een manier die inzetbaarheid versterkt of ondermijnt? De SER kiest duidelijk voor het eerste. Blijvende inzetbaarheid vraagt om visie, samenwerking en concrete actie – van werkgevers, overheid én werknemers zelf.

Lees het volledige advies op de website van de SER.