Voor het eerst ligt de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers in Nederland boven de 66 jaar. Volgens cijfers van het CBS is deze in 2024 gestegen naar 66 jaar en 2 maanden. In 2008 was dat nog 61 jaar. De stijging komt door veranderingen in wetgeving, een hogere AOW-leeftijd en het feit dat mensen langer vitaal blijven — of simpelweg langer moeten doorwerken om financieel rond te komen.
Langer doorwerken als antwoord op tekorten
In sectoren zoals zorg, onderwijs en techniek proberen organisaties oudere werknemers langer te behouden. Dit doen ze door het werk beter af te stemmen op hun belastbaarheid, bijvoorbeeld via aangepaste roosters of lichtere taken. Tegelijkertijd wordt het belang van kennisoverdracht onderkend: oudere medewerkers spelen een sleutelrol in het inwerken van nieuw personeel.
Kansen en aandachtspunten
Langer doorwerken levert voordelen op voor organisaties, zoals behoud van ervaring en minder wervingsdruk. Tegelijkertijd stelt het eisen aan duurzame inzetbaarheid. Een goede balans tussen belasting en belastbaarheid is essentieel om uitval te voorkomen. Casemanagers en HR-professionals kunnen hierin een belangrijke adviserende rol spelen.
Verschillen tussen sectoren
De gemiddelde pensioenleeftijd varieert per sector. Werknemers in de zorg en het onderwijs stoppen later dan collega’s in de bouw of industrie. Ook factoren als opleidingsniveau en type dienstverband spelen mee. Zelfstandigen werken gemiddeld langer door dan werknemers.
Vooruitblik
Door vergrijzing en aanhoudende personeelstekorten is de verwachting dat de pensioenleeftijd nog verder zal stijgen. Dit vraagt om beleid dat inzet op maatwerk, mentale én fysieke belastbaarheid, en duurzame inzetbaarheid.
Lees het volledige artikel op de website van HRM Morgen.