Steeds meer werknemers melden zich ziek – én blijven langer uit de roulatie. Volgens de nieuwe Arbobalans van TNO verzuimde in 2023 maar liefst 51% van de werkenden, tegenover 45% in 2015. De gemiddelde verzuimduur steeg in dezelfde periode van 7 naar 8,2 dagen. Werkdruk en ongewenste omgangsvormen blijken daarbij structurele aanjagers van verzuim, met grote gevolgen voor mens én organisatie.
Psychosociale belasting als grootste kostenpost
Werkgevers zagen de totale kosten voor loondoorbetaling bij ziekte de afgelopen jaren oplopen van 5,1 naar 8,1 miljard euro. De helft daarvan – zo’n 4,9 miljard – komt voort uit psychosociale arbeidsbelasting, waaronder werkstress, overspanning en een sociaal onveilige werkomgeving.
Sectoren zoals ICT, onderwijs en de zorg zijn het hardst getroffen. Hier verzuimde in 2023 bijna 60% van de werknemers. Bij een derde van de verzuimgevallen speelde werkdruk of werkomstandigheden een directe rol.
Burn-outklachten op recordhoogte
Verzuim door psychische klachten en burn-out duurt gemiddeld het langst: 63 werkdagen. In drie van de vier gevallen geven werknemers aan dat het werk hierin een doorslaggevende factor is. Het percentage werknemers met burn-outklachten steeg van 13% naar 19%. Onder zzp’ers lag dat lager (van 7% naar 11%), maar ook daar is een stijgende lijn zichtbaar.
Structurele signalen vragen om structurele aanpak
De bevindingen uit de Arbobalans onderstrepen de noodzaak van een integrale en preventieve benadering van verzuim. Daarbij is het essentieel dat werkdruk bespreekbaar wordt gemaakt, psychosociale risico’s structureel worden aangepakt en professionals als casemanagers vroegtijdig worden betrokken.
Lees het oorspronkelijke nieuwsbericht op NU.nl.